Nog nooit werkten er zoveel 55-plussers als nu. De verwachting is dat ze tegen het einde van het jaar zelfs de grootste groep zijn van alle leeftijdsgroepen die werken.

Op dit moment werken er volgens het Centraal Bureau (CBS) voor de Statistiek 1,6 miljoen 55-plussers. Dat aantal was nog nooit zo hoog. In 2003 waren dit er nog maar 828.000. De verwachting van het CBS is dat de 55-plussers aan het einde van dit jaar van alle leeftijdsgroepen de grootse groep werknemers zullen zijn.
Dat er meer oudere werknemers zijn, komt enerzijds door de afschaffing van de vut en prepensioen, en anderzijds doordat de AOW-leeftijd later is komen te liggen. Daarnaast is het aantal vrouwen dat 55 jaar of ouder is en nog werkt veel groter dan vroeger. Werkte in 2003 nog maar 14 procent van alle vrouwen, nu is dat 43 procent. Bovendien lijkt de werkloosheid onder ouderen wat af te gaan nemen. Ook zij gaan de aantrekkende economie en de vraag naar werknemers merken.
De meeste 55-plussers hebben een vaste baan (71 procent). De oudere werknemers zijn de enige groep werknemers die er netto op vooruit is gegaan. Dat komt omdat veel jongere werknemers het met flex-contracten moeten doen en daar is juist neerwaartse druk op de lonen.
Het CBS bevestigt dat ouderen als ze ziek zijn langer ziek zijn dan jongere werknemers, maar ze zijn daarentegen wel minder vaak ziek. Wat wel opvalt is dat oudere werknemers niet meer stoppen met werken om vervolgens vut of prepensioen te krijgen. Nu wordt vaak gestopt omdat het niet meer gaat, ze worden arbeidsongeschikt. Een signaal dat de vakbonden al eerder dit jaar afgaven.

Nico van Scheijndel

16 oktober 2017