Sinds 2006 neemt de leeftijd waarop werknemers met pensioen gaan langzaam maar zeker toe. Ook werken meer mensen na hun pensioen door, maar verdringen daardoor niet jongeren.

Sinds er maatregelen zijn die vervroegd met pensioen gaan ontmoedigen, neemt de leeftijd waarop gestopt wordt met werken toe. In 2006 toen de maatregelen ingingen was de gemiddelde leeftijd waarop een werknemer stopte met werken nog 61 jaar, vorig jaar al 64,4 jaar. Misschien nog opvallender, de arbeidsparticipatie van 65 tot 75-jarigen groeide van 2003 tot 2015 van 66.000 naar 178.000 personen. De arbeidsparticipatie van deze groep steeg daarmee van 6 procent naar 12 procent. Niet alleen werken er meer 65-plussers, het lijkt ook steeds geaccepteerder om langer door te werken. Van alle Nederlanders vindt nu 90 procent dat doorwerken na de officiële pensioenleeftijd mogelijk moet zijn.
Doorwerken na het pensioen doen de meeste oudere werknemers vanwege de financiën, de groep bestaat voornamelijk uit AOW’ers met een lage opleiding en dito inkomen. Onder de doorwerkers zijn vooral chauffeurs, bestuurders van trams, agrariërs en kunstenaars te vinden.
Bovenstaande gegevens zijn afkomstig uit het rapport Doorwerken na AOW van Netspar. In dit rapport staat nog een opmerkelijke conclusie: doorwerkende gepensioneerden hebben geen verdringend effect op de arbeidsmarkt. Het lijkt juist andersom te zijn. Bij iedere procent arbeidsparticipatie van de groep 65 tot 70-jarigen daalt de werkloosheid 0,29 procent en stijgt de arbeidsparticipatie van jongeren met 0,47 procent.

Nico van Scheijndel

10 februari 2017