De dekkingsgraad van de vijf grootste pensioenfondsen van Nederland zijn in het eerste kwartaal van 2017 gestegen. De licht hogere rente heeft daarbij geholpen.

De dekkingsgraad van het grootste pensioenfonds van Nederland het ABP, is in het eerste kwartaal van 2017 met 3,1 procent gestegen naar 99,8 procent. Ook de beleidsdekkingsgraad steeg van 91,7 procent naar 94 procent eind maart. De beleidsdekkingsgraad wordt berekend met de rente van de afgelopen twaalf maanden en moet minimaal 104,3 procent zijn. Om de pensioenen te mogen verhogen moet de beleidsdekkingsgraad tenminste 110 procent zijn. Er is dus nog een lange weg te gaan. De iets hogere rente en het positief rendement op beleggingen helpen het ABP om weer voldoende dekking te hebben voor de toekomstige pensioenverplichtingen.
Ook de andere vier grote pensioenfondsen deden het goed in het eerste kwartaal van 2017. Zo steeg de beleidsdekkingsgraad van pensioenfonds Zorg en Welzijn van 90,1 naar 92,3 procent. Van metaalfonds PME van 98,9 naar 93,9 procent. Bij pensioenfonds PMT steeg de beleidsdekkingsgraad met 2 procent naar 94,8 procent. Het pensioenfonds voor de bouw, BpfBouw had al een goede beleidsdekkingsgraad van 110,3 procent, maar ook daar verbeterde het fonds zich naar 113,5 procent.
Naast de goede resultaten kondigde pensioenfonds ABP aan dat zij vanaf 2018 een persoonlijke pensioenpot willen hebben voor hun deelnemers. In die persoonlijke pensioenpot wordt duidelijk wat de werknemer en werkgever aan pensioenpremie hebben betaald en welk resultaat er op beleggingen voor de individuele deelnemer is geboekt.

Nico van Scheijndel

20 april 2017