Het plan van onder andere de FNV voor een flexibele AOW wordt niet gesteund door de werkgevers, zij vinden het plan te duur en achterhaald.

Eerder deze week pleitte de FNV voor een flexibele AOW. In dat plan kun je tussen de 63 en 71 jaar met pensioen gaan. Ga je eerder met pensioen, dan heb je levenslang een lagere AOW en wil je later de eerste AOW ontvangen dan is die levenslang een beetje hoger. Hoeveel de levenslange AOW lager of hoger is, hangt af van het inkomen dat je hebt voordat je met pensioen gaat. De FNV maakt zich hard voor mensen met zware beroepen, maar wil de maatregel voor iedereen laten gelden. Daarnaast moet de AOW leeftijd minder hard stijgen. Als na 2022 de levensverwachting met een jaar toeneemt, mag de AOW leeftijd slechts met een half jaar omhoog.
Vooral het feit dat de FNV kiest voor een algemeen geldende maatregel wijzen de werkgevers af. Ze vinden de flexibele AOW achterhaald en te duur. De werkgevers wijzen erop dat er nu al alternatieven zijn voor de officiële AOW leeftijd. Pensioenfondsen bieden de mogelijkheid om eerder dan de eerste AOW al (vroeg)pensioen te ontvangen. Een ander alternatief is het deeltijdpensioen.
Kiezen voor alleen zware beroepen is wellicht een betere keuze, maar de FNV wijst dat af omdat definiëren wat een zwaar beroep is, in de praktijk lastig blijkt. Staatsecretaris Klijnsma van Sociale Zaken doet nu onderzoek naar de definitie van een zwaar beroep en verwacht daarmee voor de zomer klaar te zijn. De werkgevers wijzen erop dat die definitie nog geen zekerheid biedt, omdat door technologische ontwikkelingen de definitie van wat een zwaar beroep is weer kan verschuiven.

Nico van Scheijndel

1 februari 2017