Proud to be Senior

De maatregelen die mensen met een zwaar beroep moesten helpen werkend het pensioen te halen blijken niet of nauwelijks uitgevoerd.

Toen in 2011 minister Kamp (toen Sociale Zaken), de werkgevers- en werknemersorganisaties het pensioenakkoord sloten, waren er maatregelen voorzien die werknemers met zware beroepen moesten ontlasten. Lukt het de 50-jarige stratenmaker niet meer om stoeptegels te leggen, dan kan hij dankzij omscholing nog als roostermaker aan de slag, was de gedachte. Die gedachte heeft nimmer vaste vorm gekregen zo blijkt vijf jaar later. Concrete maatregelen om werknemers met zware beroepen te ontlasten kwamen er niet. Alleen in de publieke sector, waar het minder gaat om zware fysieke arbeid, zijn afspraken gemaakt. En die afspraken gingen meer om oudere werknemers minder te laten werken, maar ze toch 100 procent pensioen te laten opbouwen.
Omdat maatregelen die fysiek belaste werknemers moesten ontzien moeilijk te definiëren zijn, kwamen die niet als zodanig in het pensioenakkoord. Wel werd de flexibele AOW geïntroduceerd. Met die flexibele AOW konden werknemers zelf bepalen wanneer ze met pensioen wilden. Probleem is wel dat die eerdere AOW, je levenslang 6,5 procent van je AOW zou gaan kosten. Dat is voor werknemers met een zwaar beroep, die relatief weinig pensioen opbouwen, volgens de toenmalige onderhandelaar namens de werknemers Agnes Jongerius, niet redelijk. Maar ook de flexibele AOW is er nog niet.
Het lijkt er volgens Jongerius op dat alleen de hogere AOW-leeftijd de eindstreep heeft gehaald. Naast opnieuw kijken naar de flexibele AOW voelt Jongerius er wel wat voor om het meester-gezellesysteem in te voeren. De oudere werknemer kan dan minder gaan werken en tegelijk zijn kennis- en vaardigheden overdragen op de jongere collega met volledige pensioenopbouw.

Nico van Scheijndel

9 januari 2017

Comments are closed.

twitter.com/@proudtobesenior

proudtobesenior

Neem contact met ons op

Neem contact op

Copyright © Proud to be Senior. All rights reserved.