Het pensioen dat de deelnemers van een beschikbare premieregeling krijgen, wijkt volgens de AFM vaak af van wat hen eerder aan pensioen is voorgeschoteld.

Deelnemers aan een beschikbare premieregeling (ongeveer een miljoen werknemers) krijgen als ze met pensioen gaan een veel lager pensioen dan ze voor hun pensioen is voorgeschoteld. In hun Uniform Pensioen Overzicht (UPO) blijkt gerekend met te hoge rente en te lage levensverwachting. Zaken die bij het berekenen van het daadwerkelijke pensioen wel correct worden gedaan. Tel daarbij de huidige erg lage rente en het pensioen valt de meeste deelnemers flink tegen. Bij de beschikbare premieregeling ontvangen werknemers een vast bedrag van hun werkgever waar ze zelf een pensioen van moeten kopen.
De Autoriteit Financiële Markten heeft onderzoek gedaan naar de beschikbare premieregeling en de verschillen tussen het pensioen dat deelnemers denken op te bouwen en het pensioen dat ze daadwerkelijk ontvangen. De conclusie van de AFM is, dat pensioenverzekeraars vaak een te rooskleurig beeld geven van het toekomstige pensioen. De verzekeringsmaatschappijen die de beschikbare premie regeling uitvoeren, hebben beterschap beloofd. Ze rekenen nu in het UPO met een actuele en realistisch rentetarief en de getoonde pensioenbedragen sluiten beter aan bij de werkelijke situatie van de deelnemer. Op die manier krijgen deelnemers een realistischer beeld van de uiteindelijke pensioenbedragen. Desondanks zullen er bij beschikbare premieregelingen verschillen blijven bestaan tussen de jaarlijkse informatieverstrekking en het echte pensioeninkomen. Dat komt door de aard van een dergelijke regeling die maakt dat de pensioenopbouw afhankelijk is van veranderende factoren zoals rente, beleggingskoersen en levensverwachting

Nico van Scheijndel

9 december 2016