Voor het negende jaar op rij schuift de gemiddelde pensioenleeftijd op. Nu is het al gemiddeld 64 jaar en vijf maanden.

Was de leeftijd waarop we gemiddeld met pensioen gingen begin deze eeuw nog 61 jaar, in 2015 was de gemiddelde pensioenleeftijd 64 en vijf maanden. Dat is weer vier maanden later dan een jaar eerder en zo gaat het de afgelopen negen jaar. Steeds schuift de gemiddelde leeftijd waarop we stoppen met werken op richting de 65 jaar. Sinds 2007 gaan we later met pensioen, dat komt doordat het kabinet toen maatregelen heeft genomen, die eerder stoppen met werken onaantrekkelijk maakten. Ook het opschuiven van AOW-leeftijd heeft invloed op de gemiddelde pensioenleeftijd.
Het aantal werknemers dat stopt met werken als ze de 65 gepasseerd zijn, verviervoudigden in negen jaar tijd van 15 procent in 2006 naar 59 procent in 2015. Tegelijkertijd nam het aantal werknemers af dat met pensioen ging nog voordat ze 60 jaar waren. In 2006 was dat nog 28 procent van de werknemers, in 2015 nog naar 7 procent. Vorig jaar was de groep werknemers die tussen de 60 en 65 jaar met pensioen ging gedaald van 70 procent in 2008 naar 36 procent vorig jaar.
Niet in iedere sector gaat men even laat met pensioen. In de landbouw en visserij en in de cultuur-, milieu- en overige dienstverlening werkt men het langst door. In het openbaar bestuur en overheidsdiensten, onderwijs, bouw en zorg stopten de werknemers het jongst.

Nico van Scheijndel
Bron: cbs

1 maart 2016