Zo langzaam aan komen de eerste cijfers van de verschillende pensioenfondsen naar buiten en die zien er allemaal goed uit, de grootste vijf pensioenfondsen herstellen zich volgens plan.

Gisteren was er een ware strotvloed aan pensioencijfers. Vrijwel alle pensioenfondsen herstellen zich flink van de dramatische cijfers van augustus vorig jaar. Alleen het ABP is er in geslaagd er nu beter voor te staan dan eind 2009. De andere vier grote pensioenfondsen doen het minder, maar nog steeds goed. De zeer goede beleggingsresultaten die met dubbele cijfers worden geschreven en de sinds augustus weer stijgende rekenrente doen de dekkingsgraden vaan de pensioenfondsen stijgen. De rekenrente is overigens nog steeds lager dan aan het begin van 2010. De rekenrente was toen 3,89 procent tegen 3,45 einde 2010.
De grote boosdoener voor de pensioenfondsen is de gestegen levensverwachting, fijn voor de gepensioneerden, minder prettig voor de dekkingsgraad van de pensioenfondsen. Zij moeten nu langer pensioen uitkeren. De langere levensverwachting deed de dekkingsgraad van de pensioenfondsen gemiddeld met zes procent dalen.
Het ABP had einde 2010 een dekkingsgraad van 105 procent, de minimumnorm. Het pensioenfonds Zorg en Welzijn haalt de 104 procent, het fonds voor de metaal PME herstelde zich flink, maar komt toch nog niet verder dan 96 procent. Alle fondsen herstellen zich volgens de plannen die ze hebben moeten indienen bij De Nederlandse Bank.