De AOW-leeftijd stijgt volgens de FNV te snel en is bovendien te star. De FNV wil dan ook een rustiger verhoging van de AOW-leeftijd en een flexibele AOW.

De AOW-leeftijd stijgt naar de mening van de FNV te snel. In een oproep aan de politiek formuleert zij haar wensen. Als de AOW-leeftijd stijgt, zoals het Centraal Bureau voor de Statistiek voorspelt, dan gaan we in 2060 pas met 71,5 jaar met pensioen. Die leeftijd is voor mensen met een zwaar beroep volgens de FNV niet te doen.
De FNV wil dan ook dat na 2022, als de AOW-leeftijd 67 en drie maanden is, de AOW-leeftijd niet meer met een jaar hogere levensverwachting, ook een jaar toeneemt. Als het aan de FNV ligt stijgt de AOW-leeftijd met ieder jaar extra levensverwachting slechts met een half jaar. De AOW-leeftijd neemt dan nog steeds toe, maar veel rustiger.
Ook wil de FNV dat de AOW-leeftijd flexibeler wordt. In het plan van de FNV kun je tussen 63 en 71 met pensioen. De FNV komt op voor zware beroepen, maar wil dat in principe iedereen van de flexibele AOW gebruik kan maken. Om dit te betalen moet er een doorwerkbonus komen van € 2000 per jaar. Die doorwerkbonus kunnen mensen vanaf hun zestigste opsparen om de inkomensachteruitgang te beperken. Eerder een AOW-uitkering ontvangen heeft wel gevolgen voor de hoogte van de AOW. Die is lager als men eerder dan de officiële AOW-leeftijd stopt en hoger bij een later pensioen. De hoogte van de korting of extra opbouw hangt af van het inkomen voor het pensioen.
Ook wil de FNV in de cao afspraken maken over een extra spaarpotje. Mensen kunnen dat gebruiken om flexibel stoppen te financieren. Omdat dit potje nog zal moeten worden opgebouwd, zijn extra maatregelen nodig voor de generaties die nu vlak voor hun pensioen staan, is daarom extra aandacht nodig.

Nico van Scheijndel

30 januari 2017