De koopkracht neemt voor gepensioneerden met gemiddeld 0,6 procent toe, maar rijke gepensioneerden gaan er op achteruit.

In de koopkrachtrekenaar van het NIBUD blijkt dat de koopkracht van gepensioneerden er inderdaad op vooruitgaat in 2018. Maar de plannen van het demissionaire kabinet zijn alleen goed voor gepensioneerden met een klein inkomen. Voor een alleenstaande AOW’er zonder extra pensioen neemt volgend jaar de koopkracht met € 7 per maand toe. Heeft de gepensioneerde een pensioen van € 10.000 dan is de extra koopkracht al geslonken tot € 2 per maand. Is het pensioen echter € 15.000 of zelfs € 30.000 per jaar bruto, dan daalt de koopkracht met respectievelijk € 14 en € 35 per maand.
Bij echtparen is een vergelijkbare ontwikkeling te zien. Echtparen met alleen AOW krijgen er € 5 koopkracht per maand bij. Is er bij een van de partners een pensioen van € 10.000 per jaar bruto, dan is de extra koopkracht € 7 per maand. Maar als de ene partner € 10.000 bruto per jaar extra pensioen heeft en de andere € 5.000, dan neemt de koopkracht met €14 per maand af. En zijn de pensioenen respectievelijk € 30.000 en € 10.000 dan daalt de koopkracht zelfs met € 41 per maand in 2018.
Dat rijke gepensioneerden volgend jaar minder overhouden komt voornamelijk door de veel lagere ouderenkorting voor gepensioneerden met een inkomen van € 36.057 bruto per jaar of meer. Tot dat bedrag is de ouderenkorting € 1418 in 2017, maar met een te hoog inkomen slechts € 72. Het huidige kabinet heeft de ouderenkorting met € 126 verhoogd. Rijke ouderen hebben verder last van een hogere inkomensafhankelijke premie zorgverzekering en het feit dat ze geen zorgtoeslag (meer) ontvangen die juist voor de mensen die hem wel krijgen verhoogd is. De maximale zorgtoeslag voor is 2018 verhoogd met € 131 voor alleenstaanden en met € 194 voor echtparen.

Nico van Scheijndel

20 september 2017