Bij veel pensioenfondsen is de situatie zo slecht dat er op de pensioenen gekort moet worden, maar met alleen die maatregel redden pensioenfondsen het niet: premieverhoging dreigt ook.

Om de pensioenen op peil te houden hebben pensioenfondsen verschillende instrumenten. Ze kunnen korten op de pensioen, de voorwaarden zoals partnerpensioen versoberen, het opbouwpercentage verlagen en de premie die pensioenopbouwers betalen verhogen. De voorwaarden zijn vaak al versoberd en korten op de pensioenen wordt door de lage dekkingsgraad steeds waarschijnlijker. Daar komt nu de vrees voor premieverhoging bij.
Bij pensioenfonds ABP is al bekend dat de premie omhoog gaat, maar nog niet met hoeveel. Het fonds heeft liever een premieverhoging dan versobering van het opbouwpercentage bij gelijkblijvende premie. Anders zouden werknemers minder pensioen opbouwen en dat willen de vakbonden niet. Wel gaat door de premieverhoging het netto loon omlaag.
Bij de metaalfondsen PME en PMT ligt de pensioenpremie tot 2020 vast. Deze fondsen hebben naast korten alleen nog het instrument van verlagen van de pensioenopbouw als mogelijkheid. Een besluit daarover valt pas in december dit jaar, als duidelijk is hoe het pensioenfonds er voor staat.
Het pensioenfonds Zorg en Welzijn is nog het meest optimistisch gestemd. “Als de situatie er om vraagt kan het bestuur voorstellen de premie te verhogen of de pensioenopbouw te versoberen” stelt de directeur van het fonds Peter Borgdorff. Ook is het volgens hem niet zeker of PFZW een korting moet doorvoeren. Dat hoeft volgens hem pas als de dekkingsgraad minder is dan 87 procent en nu is die nog 89 procent.

Nico van Scheijndel

10 oktober 2016