De kans op langdurige armoede is het grootst voor de groep 55- tot 65-jarigen, Paren van 65 jaar en ouder maken juist de kleinste kans op langdurige armoede.

Uit onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) blijkt dat de kans op langdurige armoede in de groep 55- tot 65-jaar het grootst is. De reden daarvan ligt in het feit dat een steeds groter deel van deze groep arbeidsongeschikt raakt of werkloos. Ze hebben daardoor de grootste kans om minstens vier jaar achtereen in armoede te leven.

Onder 65-plussers is de kans op armoede het kleinst. Een volledige AOW geeft een inkomen boven de armoedegrens, bovendien hebben veel AOW-gerechtigden een aanvullend pensioen. Uit de cijfers van het CBS blijkt, dat paren van 65 jaar en ouder de kleinste kans hadden op langdurige armoede. Slechts 2,5 procent van de mensen in deze groep had een laag inkomen. Eenouder gezinnen met minderjarige kinderen hebben juist de grootste kans op langdurige armoede, 10,6 procent van deze groep had al tenminste vier jaar een laag inkomen.

Het CBS heeft voor haar onderzoek de gegevens van de jaren 2011 tot en met 2014 gebruikt.

Nico van Scheijndel

18 januari 2015