De dekkingsgraad van vier van de vijf grote pensioenfondsen is in het eerste kwartaal van 2015 flink gedaald, gisteren maakten zij hun cijfers bekend.

Het was al duidelijk dat de lage rente de dekkingsgraad van de Nederlandse pensioenfondsen parten zou spelen. Gisteren maakten de vijf grootste pensioenfondsen van Nederland de cijfers over het eerste kwartaal van 2015 bekend. Op een na duiken ze allemaal onder de minimale dekkingsgraad van 105 procent. Zo zit ambtenarenfonds ABP op 102,6 procent. Dat is 2,1 procentpunt lager ten opzichte van de stand eind vorig jaar. De dekkingsgraad van pensioenfonds Zorg & Welzijn (PFZW) daalde van 108 procent naar 104 procent. Die van de metaalfondsen PME en PMT daalden naar respectievelijk 102,3 procent en 102,6 procent. Positieve uitzondering is bouwfonds bpfBouw met een dekkingsgraad van 114,4 procent, een daling met 0,6 procentpunt.

Omdat de dekkingsgraad sinds het begin van dit jaar met de rente over de afgelopen twaalf maanden wordt berekend, is de verwachting dat de rente waarmee zij de toekomstige verplichtingen berekenen nog verder zal dalen. Ondanks de uitstekende beleggingsresultaten moeten de pensioenfondsen zo meer geld aanhouden om aan hun toekomstige verplichtingen te kunnen voldoen. Indexeren naar het hogere prijspeil in de winkels zit er voorlopig niet in.

De vijf grote pensioenfondsen staan niet alleen. Van de 320 Nederlandse pensioenfondsen moet de helft voor 1 juli van dit jaar bij De Nederlandse Bank een herstelplan indienen, omdat zij net als vier van de vijf grote pensioenfondsen een dekkingsgraad hebben die lager is dan het minimum van 105 procent.

Nico van Scheijndel

17 april 2015