De afkoop van een klein pensioen blijft gekort op de partnertoeslag-AOW. Een oplossing lag klaar, maar de staatssecretaris zegt haar medewerking aan die regeling op en verwijst terug naar de pensioenfondsen.

Krijgt een niet verdienende jongere partner een klein pensioen tot € 458 bruto per jaar afgekocht, dan heeft dat gevolgen voor de partnertoeslag-AOW die de oudere partner ontvangt. Het partnerpensioen-AOW wordt nu nog volledig gekort met de ontvangen afkoopsom. Tot voor de verhoogde AOW-leeftijd was dat nooit een probleem, want de afkoopsom werd ontvangen in de maand waarin de jongste partner de eerste eigen AOW ontving. Door de latere eerste AOW is er nu dus de korting op de partnertoeslag-AOW.

Omdat dit een ongewenst bijeffect is hebben verschillende partijen, onder andere de Pensioenfederatie, de belastingdienst en de SVB een oplossing uitgewerkt. Die oplossing is nu door de staatssecretaris Klijnsma van Sociale Zaken om zeep geholpen. De staatssecretaris stelt in haar brief aan de Tweede Kamer dat uitvoering van een latere uitkering van het afgekochte pensioen voor de pensioenfondsen lastig is en op juridische en fiscale bezwaren stuit.

De staatssecretaris wijst vervolgens naar de pensioensector die haar regelingen kan aanpassen in het algemeen of een op verzoek van individuen een latere uitkering overeen kan komen.

Door de afwijzing van de staatssecretaris blijft de oudste partner een lagere partnertoeslag-AOW ontvangen als de jongste partner een klein pensioen krijgt afgekocht. Het kabinet heeft echter een meevaller.

Nico van Scheijndel

10 juli 2014