Volgens onderzoek van Netwerk Notarissen is 40 procent van de Nederlandse gemeenten niet voorbereid op nieuwe woonvormen voor ouderen.

Het kabinet wil dat ouderen langer zelfstandig blijven wonen, dat ouderen alleen nog gebruik maken van zorginstellingen als het echt niet anders kan. Maar als ouderen gaan inwonen bij hun kinderen na verbouwing of in een tuinhuisje, dan weten de gemeenten zich vaak nog geen raad met de nieuwe woonvormen. Een en ander blijkt uit een enquête die Netwerk Notarissen onder 50 gemeenten heeft gehouden. Uit de enquête blijkt dat 40 procent van de gemeenten niet is voorbereid op de creatieve samenlevingsvormen die kinderen voor hun ouders bedenken.

Om niet afhankelijk te zijn van thuiszorg of andere vormen van zorg gaan steeds meer ouderen bij hun kinderen (in)wonen of bewonen een huisje in de tuin. Maar in plaats van medewerking is er eerder plaats van tegenwerking. Directeur Van der Geld van Netwerk Notarissen geeft een voorbeeld van een zoon die zijn moeder in huis nam. “Hij verbouwde de woning en vroeg een extra huisnummer aan bij de gemeente. Hij kreeg nul op het rekest. De gemeente joeg hem op kosten, want de woning moest officieel bij de notaris worden gesplitst. Bovendien werd de moeder gekort op haar AOW-uitkering omdat zij zich bij de gemeente had laten overschrijven naar het adres van haar zoon.”

Vanaf 1 oktober dit jaar gelden soepeler regels voor het bouwen van een mantelzorgwoning op het eigen erf of tuin. Deze nieuwe regels zijn echter alleen van toepassing wanneer er al sprake is van een zorgvraag. Ouderen die uit voorzorg bij hun kinderen gaan (in)wonen kunnen van die soepeler regels geen gebruik maken.

Nico van Scheijndel

9 april 2014