Proud to be Senior

De partnertoeslag-AOW

april 11th, 2014

De partnertoeslag-AOW vervalt op 1 januari 2015 voor een ieder die na die datum een (hogere) partnertoeslag-AOW aanvraagt. Dus ook voor personen die voor 1950 zijn geboren. Heeft de jongere partner inkomen uit arbeid en heeft de oudste, AOW-gerechtigde partner recht op een partnertoeslag-AOW, dan is er een dilemma: Stoppen voor 1 januari 2015 en een partnertoeslag-AOW aanvragen of blijven werken tot aan de eerste eigen AOW?


Stoppen of werken

Stopt de jongere partner dan kan de oudste partner die AOW-ontvangt voor de jongere partner een partnertoeslag-AOW aanvragen die maximaal ongeveer € 730 bruto per maand bedraagt exclusief vakantiegeld. De AOW-gerechtige partner ontvangt de toeslag. Hoeveel netto overblijft van de bruto toeslag hangt af van het hoogste tarief inkomstenbelasting dat deze betaalt. Betaalt de oudste partner tenminste € 2000 aan loonheffing, dan ontvangt de jongste partner die geen inkomen meer heeft de Algemene heffingskorting van ongeveer € 166 per maand.

Blijft de jongere partner werken en neemt het inkomen na 1 januari 2015 af of wordt geheel gestopt, dan is er geen recht meer op een (hogere) partnertoeslag-AOW. Wel bestaat onder de voorwaarden van voldoende loonheffing bij de oudste partner nog het recht op de algemene heffingskorting.

 

En als de jongere partner WW-ontvangt?

Een WW-uitkering wordt net als alle andere socialezekerheidsuitkeringen zoals WAO, WIA, Wajong en dergelijke volledig in mindering gebracht op de partnertoeslag-AOW. Heeft de jongere partner een WW-uitkering die na 1 januari 2015 eindigt, dan kan de jongere partner het recht op de WW-uitkering opzeggen. Omdat er dan geen zelfstandig inkomen meer is ontstaat voor de oudste partner weer het recht op de toeslag-AOW. De mogelijkheid van het opzeggen van het WW-recht is belangrijk omdat er geen recht op een partnertoeslag-AOW meer is na 1 januari 2015.

Laat u het WW-recht doorlopen tot in 2015, dan moet u zelf het ontstane gat aan inkomsten zien te vullen.

Let op, niet alle medewerkers van de SVB beschikken over de juiste informatie. Mocht u een afwijzing krijgen van de partnertoeslag-AOW omdat u het recht op WW hebt opgezegd, wijs de medewerker dan op het volgende: Volgens het Algemeen Inkomensbesluit Socialezekerheidswetten Artikel 2:7, eerste lid, onder c, (IB szw) in samenhang met artikel 2:4, derde en vijfde lid, Algemeen IB szw) wordt een uitkering waarop geen beroep wordt gedaan of lopende de uitkering wordt gestopt door de uitkeringsgerechtigde niet gekort op de partnertoeslag-AOW.


De partnertoeslag voor zelfstandigen, zzp’ers en freelancers

Voor werknemers met een vast salaris is het gemakkelijk uit te reken hoe hoog de partnertoeslag-AOW zal bedragen. Voor zelfstandigen, zzp’ers en freelancers ligt dat iets moeilijker. De SVB gebruikt voor het berekenen van de hoogte van de toeslag het gemiddelde inkomen over het boekjaar. Stopt u eerder dan 1 januari om in 2014 nog een partnertoeslag-AOW aan te vragen, dan zijn een aantal zaken van belang. In de eerste plaats gebruikt de SVB als het einde van uw onderneming de uitschrijving bij de Kamer van Koophandel. Vervolgens berekent ze het inkomen zonder fiscale vrijstellingen en over het aantal maanden dat er inkomsten uit onderneming waren. Dus als u in september stopt en in de eerste maanden van het jaar € 12.000 hebt verdiend (winst min kosten) dan is uw gemiddelde inkomen over de eerste negen maanden: € 12.000/ 9 maanden/ 1,08 vakantiegeld: € 1234,57 per maand. Over de laatste maanden is het inkomen dan € 0 en is er recht op een partnertoeslag-AOW.


Rekenvoorbeelden

In komen uit arbeid

Oudste partner 66 jaar, jongste 62 jaar

Inkomen uit arbeid van de jongste: € 15.600 bruto per jaar, inclusief vakantiegeld, nu geen recht op een partnertoeslag-AOW. Netto is het inkomen van de jongste partner € 1.000 per maand.

Stoppen met werken geeft een maximale partnertoeslag-AOW van € 730 bruto per maand. Betaalt meneer over de top van inkomen belasting in de tweede schijf, dan blijft er netto € 550 over. Mevrouw ontvangt de algemene heffingskorting van € 166 per maand, het totale netto inkomen dat mevrouw en meneer samen ontvangen is dan € 716. Minder dan nu het inkomen uit arbeid is, maar wel tot aan het moment dat de jongere partner zelf AOW gaat ontvangen.


WW

Bedraagt de WW-uitkering per vier weken bruto € 1000, dan is het inkomen per jaar 13.000 inclusief vakantiegeld en ontvangt de AOW-gerechtigde partner geen partnertoeslag-AOW. Het netto maand inkomen is dan: € 849.

Zegt de WW-gerechtigde het recht op WW op, dan hebben ze samen weer netto € 716 per maand aan inkomen. Iets minder dan met de WW, maar wel tot aan de eerste AOW en niet tot het einde van de WW-duur.


Overbrugging bij eerder overlijden. (OVR)

Stoppen met werken of uitkering door de jongste partner geeft dan wel een partnertoeslag-AOW en de nodige vrijheid, het heeft ook een belangrijk nadeel. Namelijk, op het moment dat de oudste partner overlijdt, vervalt ook het recht op de partnertoeslag-AOW en rest mogelijk alleen het partnerpensioen van het pensioenfonds van de oudste partner en misschien ook een nabestaandelijfrente. Het inkomen neemt hoe dan ook af. Is er voldoende spaargeld of overwaarde woning, dan hoeft het probleem niet zo groot te zijn. Zijn die reserves er niet, dan kan het zelfs zo zijn dat de langstlevende partner een bijstandsuitkering moet aanvragen.

Om dat te voorkomen kan een overlijdensriscoverzekering uitkomst bieden. De premies zijn de laatste jaren sterk gedaald waardoor deze mogelijkheid de moeite van het onderzoeken waard is. Breng het inkomen in kaart dat ontstaat na het overlijden van de oudste partner. U weet dan welk gat te overbruggen is.


Een voorbeeld:

Schelen beide partners vier jaar (de oudste is een gezonde niet-rokende man van 65 jaar) en kies je een gelijkmatig afnemende OVR-uitkering, dus bij aanvang bijvoorbeeld € 60.000, maar minder naarmate het moment van de eigen AOW dichterbij komt, dan is de premie ongeveer € 22 per maand. Voor dat bedrag koop je de onzekerheid over het inkomen af.

Het is helaas niet alleen feest bij de OVR, mensen met een ‘vlekje’ betalen een hogere premie en de maximale leeftijd van de oudste partner waarop de verzekering nog uitkeert is vaak 70 jaar, maar 75 is soms ook mogelijk. Laat u dus goed voorlichten voordat u een verzekering afsluit.


Conclusie:

Hebt u een jongere partner met eigen inkomsten uit arbeid of WW of bent u die jongere partner bedenk dan dat het recht op de partnertoeslag-AOW per 1 januari 2015 onherroepelijk stopt. Wilt na 1 januari 2015 stoppen met werken dan is er geen partnertoeslag-AOW meer mogelijk. Eindigt uw WW-recht na 1 januari 2015 ook dan bestaat er geen recht op een partnertoeslag-AOW. Zeg als het u past het WW-recht voor het einde van dit jaar op en laat de oudste partner tegelijk een partnertoeslag-AOW aanvragen, dan hebt u in ieder geval inkomen totdat u zelf AOW gaat ontvangen.

Nico van Scheijndel

10 april 2014


 


Comments are closed.

twitter.com/@proudtobesenior

proudtobesenior

Neem contact met ons op

Neem contact op

Copyright © Proud to be Senior. All rights reserved.