De Hoge Raad heeft vandaag geoordeeld dat de fiscus wel degelijk onderscheid mag maken tussen de vrijstellingen tussen het erven en schenken van ondernemeningsvermogen en particulier vermogen.
Sinds de rechter van het Hof in Breda eind juli 2012 heeft geoordeeld dat er sprake zou zijn van ongeoorloofde discriminatie bij erven is er een hele rechtsgang ontstaan. De zaak gaat er om of de wetgever wel of niet onderscheid mag maken tussen de vrijstelling die van toepassing is bij het erven of schenken van een onderneming en particulier vermogen. Eerder sprak het Hof in Den Bosch in hoger beroep de rechter uit Breda tegen. Nu is er een uitspraak van de Hoge Raad over de kwestie. Vandaag heeft de Hoge Raad beslist dat op grond van het internationale gelijkheidsbeginsel toch onderscheid gemaakt mag worden. Maar dan alleen omdat er een redelijke en objectieve rechtvaardiging is voor het onderscheid. Die argumenten komen voort uit het feit dat wanneer de heffing bij het erven of schenken van een onderneming op dezelfde wijze zou plaatshebben als bij particulier vermogen de bedrijfsvoering in gevaar zou komen.
De uitspraak van de rechter in Breda heeft een enorme stroom bezwaarschriften op gang gebracht. Al die bezwaren kunnen nu de prullenbak in. Een particulier heeft de eigen vrijstellingen bij erven en schenken, voor een onderneming geldt bij erven en schenken nog steeds een vrijstelling van een miljoen euro en 83 over het meerdere.
Nico van Scheijndel
22 november 2013