Gisteren maakte minister Asscher van Sociale Zaken de koopkrachtplaatjes bekend zoals de twee formerende partijen die gezien hebben voordat zij het regeerakkoord openbaar maakten. Verrassingen zitten er niet bij: we gaan erop achteruit.

De voormannen van de VVD en PvdA kunnen het niet genoeg benadrukken, de koopkrachtplaatjes van het nieuwe kabinet zijn voorlopig en zeker niet definitief. Die nadruk lijkt noodzakelijk, want de onrust is enorm. Vooral onder VVD-aanhangers die de hogere zorgpremie en de achteruitgang van hun koopkracht vrezen. Ook 65-plussers blijven niet gespaard. Volgens de koopkrachtplaatsjes gaat een alleenstaande AOW’er die alleen AOW ontvangt er nauwelijks iets op voor- of achteruit. Heeft de alleenstaande AOW’er naast de AOW nog een pensioen van € 10.000, dan gaat die alleenstaande er tussen de 1 en 6,25 procent op achteruit. Echtparen of daar aan gelijkgestelden leveren vrijwel hetzelfde in als de alleenstaanden.

Nadeel van de koopkrachtplaatjes is dat ze niet alleen voorlopig zijn, ze zijn ook te beperkt. Want hoe vallen de koopkrachtplaatjes uit wanneer de AOW wordt aangevuld met meer pensioen of lijfrente dan € 10.000 bruto per jaar en wat zijn de gevolgen als alle eigen bijdrage aan de zorg en de hogere huren worden meegenomen?

Kortom het nieuwe kabinet heeft werk aan de winkel om de onzekerheid, maar vooral de onduidelijkheid weg te nemen. Het enige voordeel van alle commotie is misschien dat iedereen nu heel goed weet dat het de koopkracht minder wordt, dat we ons moeten voorbereiden op het aanhalen van de buikriem, dat we moeten oppassen met uitgeven. Het is afwachten hoe snel de nieuwe regering ons de duidelijkheid kan geven waar we zo naar verlangen.

Nico van Scheijndel

8 november 2012