De leden van het CNV stemmen in met het pensioenakkoord dat sociale partners en het kabinet hebben gesloten. De leden hebben wel drie voorwaarden geformuleerd waar het pensioenakkoord tenminste aan moet voldoen.

De vakcentrale CNV gaat als eerste akkoord met het pensioenakkoord, de FNV en MHP komen later deze zomer met hun standpunt. De verschillende christelijke bonden verenigd in het CNV hebben gisteren besloten akkoord te gaan, alleen de Politiebond ACP en militaire vakbond ACOM stemden tegen. De bonden van het CNV gaan echter niet zomaar akkoord, ze stellen drie harde eisen aan de toekomst van de pensioenen.
Ten eerste moeten de lasten en lusten goed verdeeld zijn over de verschillende generaties. Bij het streven naar een welvaartsvast pensioen moeten niet alleen de belangen van de gepensioneerden een rol spelen, maar dient er gestreefd te worden naar een rechtvaardige verdeling tussen jong en oud.
De arbeidsparticipatie van 55-plusers moet net zo hoog worden als voor 55-minners. Het CNV vindt dat hierover in de cao’s afspraken moet worden gemaakt met de werkgevers. Niet alleen over de pensioenen, maar daar aan verbonden ook de arbeidsparticipatie van 55-plussers.
Het moet mogelijk blijven voor zware beroepen om met 65 jaar te stoppen met werken en een AOW te ontvangen die gelijk is aan de huidige AOW. Voor de definiëring van zware beroepen denkt het CNV aan het zware beroep op zich, gekoppeld aan een groot aantal dienstjaren en een laag salaris. Tegelijkertijd wil het CNV dat de levensloopregeling een vrije keuze moet kunnen blijven voor werknemers, wanneer en hoe ze daar gebruik van maken.
Volgens CNV-voorzitter Jaap Smit is het CNV-besluit een stap voorwaarts in de pensioendiscussie. Volgens hem snappen de leden van het CNV dat we gezien de demografische ontwikkelingen niet anders kunnen dan langer doorwerken. En dat het onhoudbaar is voor pensioenfondsen om de huidige zekerheid te blijven bieden naar deelnemers.