Minister Kamp van Sociale Zaken laat het vrijdag gesloten pensioenakkoord doorrekenen. Hij wil vooral duidelijk hebben hoe de risico’s, de lusten en de lasten verdeeld zijn over de verschillende generaties.

Op verzoek van de Tweede Kamer laat ministere Kamp van Sociale Zaken het pensioenakkoord doorrekenen. Direct na het sluiten ven het pensioenakkoord vroegen fracties van de oppositie dit aan de minister. De fracties en de minister willen graag weten welke generatie welke risico’s, lusten en lasten moeten dragen. Het is de bedoeling dat het doorrekenen uiterlijk volgend jaar februari 2012 klaar is, zodat wetgeving in de loop van 2012 gemaakt kan worden en goedgekeurd waardoor op 1 januari 2013 het nieuwe pensioenakkoord van kracht kan worden. Minister Kamp hoopt al eerder met de Tweede Kamer over de verhoging van de AOW-leeftijd naar 66 jaar te kunnen praten, hopelijk nog voor de zomer.
Dat minister Kamp het akkoord laat doorrekenen is ook belangrijk voor de criticasters van het pensioenakkoord, met name voor FNV Bondgenoten. Die presenteerde gisteren een alternatief voor het gesloten akkoord. Binnen dit alternatief worden grotere buffers aangehouden door de pensioenfondsen waardoor pensioenontvangers meer zekerheden hebben. Die grotere zekerheid gaat echter ten koste van indexering, dus een lager pensioen, de eerste jaren omdat de extra buffer eerst moet worden opgebouwd. Volgens de voorzitter van de FNV, Agnes Jongerius, is er binnen het akkoord ruimte voor alternatieve plannen, voor een eigen invulling geven aan de pensioenen.
FNV Bondgenoten zou in haar alternatieve plan rekenfouten hebben gemaakt bij de pensioenen voor de laagste inkomens, die zouden er volgens FNV Bondgenoten 5 tot 10 procent op achteruit gaan. De berekeningen die het ministerie laat uitvoeren kunnen ook bepalen of die achteruitgang juist is of een rekenfout.