De Nederlandse Bank presenteerde gisteren de resultaten van haar onderzoek naar de financiële positie van 300 pensioenfondsen. De uitslag is positief, met uitzondering van vijf fondsen.

De Nederlandse Bank (DNB) houdt een stevige vinger aan de pols bij de pensioenfondsen. Sinds de financiële crisis de dekkingsgraad van 300 pensioenfondsen onder het minimum deed belanden volgt DNB de herstelplannen nauwgezet. De afgelopen maanden deed DNB onderzoek naar het herstel van de fondsen, de voorgenomen maatregelen en de huidige dekkingsgraad. Resultaat van het onderzoek is dat vrijwel alle pensioenfondsen buiten de gevarenzone van het korten zijn. Slechts vijf pensioenfondsen hebben een zo zwakke basis dat wanneer zij hun situatie niet voor het einde van dit jaar verbeteren zij zullen moeten gaan korten op de pensioenen. Voor dat het zover is hebben die fondsen nog de gelegenheid om hun positie te verbeteren door het premiebeleid (hogere pensioenpremies), het beleggingsbeleid of door het pensioen niet te indexeren.
De vijf pensioenfondsen die gevaar lopen zijn kleine fondsen die samen 5000 gepensioneerden kennen, 9000 pensioenopbouwers en 16.000 zogenaamde slapers die nog wel een pensioen tegoed hebben van het fonds, maar niet meer opbouwen en nog geen 65 jaar zijn. De namen zijn ook bekend omdat de fondsen zich al gemeld hebben bij de Pensioenfederatie. Het zijn de Stichting Pensioenfonds Cultuur, Stichting Pensioenfonds Royal Leerdam, Stichting ISS Pensioenfonds, Stichting Pensioenfonds Poseidon en Stichting Pensioenfonds Openbare Apothekers. Volgens de Algemeen directeur van de Pensioenfederatie, Gerard Riemen “Is het herstel weliswaar over de hele linie duidelijk zichtbaar maar ontbeert nog een stevig fundament.”

24 mei 2011