De Nederlandse Bank vreest dat aanvullende verzekeringen in de toekomst zullen verdwijnen als zorgverzekeraars hun bedrijfsmodel niet aanpassen.

De Nederlandse Bank (DNB) vreest dat de aanvullende zorgverzekering op termijn gaat verdwijnen. DNB denkt dat bepaalde zorg straks niet meer tegen een redelijk bedrag verzekerbaar is. De bank roept verzekeraars daarom op om hun bedrijfsmodel toekomstgerichter te maken. Sommige zorgverzekeraars lijden nu al verlies en moeten hun verzekerd pakket verschralen of medische selectie toepassen. De vrees is dat de aanvullende verzekering voor meer zorgverzekeraars verliesgevend zal blijken en dat daarmee de aanvullende verzekering verdwijnt.
De zorgen van DNB komen voort uit verschillende oorzaken. Zo verzekeren steeds meer Nederlanders zich pas aanvullend als ze kosten verwachten. Tien jaar geleden had nog 90 procent van de verzekerden een aanvullende verzekering, nu is dat 80 procent. Ook kiezen meer mensen voor een hoger eigen risico.
Bovendien verwacht DNB dat de totale zorgkosten de komende jaren door de vergrijzing zullen toenemen en hebben zorgverzekeraars nu moeite om hun inkomsten en uitgaven goed in te schatten. Oorzaak van dat laatste zijn de ziekenhuizen die laat declareren, soms twee of drie jaar nadat de zorg na het leveren van de zorg. Tenslotte signaleert DNB het feit dat zorgverzekeraars geen winst mogen uitkeren aan beleggers als belemmering, hierdoor is het namelijk moeilijk om kapitaal van buiten aan te trekken.
DNB pleit daarom in het rapport voor een snellere facturering en afrekening van schadejaren. Ook moet het vereveningssysteem worden verbeterd (compensatie voor zorgverzekeraars met een grote schadelast) en moet het idee van langjarige polissen nog eens worden onderzocht.

Nico van Scheijndel

5 december 2017