De prijs van een treinkaartje is sinds 2008 veel sterker gestegen dan de inflatie, bijna twee keer zo hard.

Sinds de invoering van de OV-Chipkaart is de prijs van een treinkaartje flink gestegen. De prijs steeg bijna twee keer zo hard als de inflatie. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek bedroeg de inflatie in de periode 2008-2016 15,1 procent, terwijl de prijs van een treinkaartje tot wel 35 procent steeg. Een retourtje Amsterdam CS naar Rotterdam CS kostte in 2008 nog € 23,10, nu kost een retourtje (twee maal enkele reis) € 30,40. Dat is een stijging van 32 procent. Ook maand- en jaarkaarten werden duurder. Zo ging een jaarabonnement Arnhem – Venlo van € 3.027 naar € 4.222,80 en stijging van 40 procent.
De prijsstijging komt volgens de NS door de inflatie en de hogere gebruiksvergoeding die Prorail de NS in rekening brengt om het spoor te mogen gebruiken.
De prijsstijgingen bij de NS zijn volgens hoogleraar Bert van Wee van de TU Delft niet volledig te verklaren uit de inflatie en de 40 miljoen die de NS per jaar extra aan ProRail moet betalen. Hij wijst erop dat die verhoging een schijntje is op de 2,4 miljard euro die de NS verdient aan de Nederlandse treinreiziger.

Nico van Scheijndel

14 maart 2017