e Woonbond begint een rechtszaak om de extra huurverhogingen die huurders met een hoog inkomen moesten betalen, terug te krijgen. Volgens de bond gaat het om 365 miljoen euro.
Sinds in 2013 de verhuurdersheffing én de inkomensafhankelijke huurverhoging zijn ingevoerd, zijn de huren voor huurders met meer dan € 43.000 bruto inkomen per jaar flink gestegen. De Woonbond die opkomt voor de belangen van huurders meent dat de extra huurverhoging onterecht is opgelegd en begint een rechtszaak om de teveel betaalde huur terug te kunnen krijgen. Volgens de bond gaat het om honderdduizenden huurders die hun teveel betaalde huurverhoging terug kunnen krijgen. Een berekening van de Woonbond gaat uit van 365 miljoen euro teveel betaalde huur.
Begin dit jaar oordeelde de Raad van State dat het doorgeven van gegevens door de Belastingdienst niet mag volgens de wet. De voorzitter van de Woonbond, Ronald Paping, acht de noodwet die minister Blok van Wonen nadien heeft ingevoerd nog steeds onvoldoende. Volgens Paping verzet de belastingwetgeving zich tegen het verstrekken van gegevens aan commerciële partijen zoals woningverhuurders.
De huurverhogingen waar huurders met een hoger inkomen mee te maken kregen zijn fors. Bij een bruto huishoudinkomen van meer dan 43.786 euro per jaar mocht de huur per 1 juli 2015 volgens het kabinet met maximaal 5 procent stijgen. Bij inkomens tussen 34.229 en 43.786 euro mocht de huur 3 procent omhoog, bij lagere inkomens niet meer dan 2,5 procent.
Krijgt de Woonbond gelijk en moet de teveel betaalde huur terug naar de huurders, dan is het niet uitgesloten dat de verhuurders de rekening vervolgens gaan doorschuiven naar het kabinet. Met de extra huurverhoging voor hogere inkomens moeten de verhuurders namelijk mede de verhuurdersheffing betalen die het kabinet vanaf 2013 int en die in 2017 is opgelopen tot 1,7 miljard euro.
Nico van Scheijndel
20 oktober 2016