Ouderen zijn niet erg verhuisbereid. Toch weten ouderen wel wat ze willen, maar ze anticiperen daarmee nog niet op verminderde mobiliteit.

Ouderenorganisatie ANBO heeft samen met woningsite woonz.nl onderzocht hoe ouderen zich voorbereiden op verminderde mobiliteit. Uit het onderzoek blijkt dat een op de vier (26 procent) zegt niet in de huidige woning te kunnen blijven wonen als ze minder mobiel worden. Toch leidt dit besef niet tot verhuizen.
In de eerste editie van het woononderzoek bleek dat een op de drie ouderen te lang wacht met verhuizen. Pas als het te laat is, gaan ze op zoek naar een andere meer geschikte woning. Aan die houding lijkt nog niet veel veranderd te zijn, terwijl ouderen toch heel goed weten hoe ze wel willen wonen. Zo woont 53 procent het liefst in een kleine stad of dorp. Het liefst (89 procent) hebben ouderen een woning die gelijkvloers is. Het minst aantrekkelijk wordt een kamer in een woning met gedeelde voorzieningen gevonden: 86% moet daar niets van hebben.
Wat betreft de benodigde of gewenste aanpassingen in huis zijn er geen grote verschillen tussen huurders en woning eigenaren. In beide groepen is men bereid zelf de aanpassingen aan te brengen of deze te betalen. Alleen voor de traplift spreken zowel huurders als eigenaren de gemeente aan.
Een mogelijke hindernis bij het verhuizen zijn volgens de ANBO en woningsite woonz.nl het aantal geschikte seniorenwoningen en de vindbaarheid daarvan. Volgens woonz.nl is het aanbod dat er is onvoldoende zichtbaar.

Nico van Scheijndel

15 september 2016