Van de mogelijkheid om tegen een gereduceerd tarief extra huishoudelijke hulp te krijgen is slechts mondjesmaat gebruik gemaakt. Vooral omdat het voor gemeenten geen hoge prioriteit had.

Om het aantal banen in de huishoudelijke hulp zoveel mogelijk te behouden hadden gemeenten in 2015 een flinke pot beschikbaar. Met € 190 miljoen voor twee jaar zouden 14.700 banen behouden kunnen blijven en hulpvragers, die gekort zijn op hun zorguren, voor weinig geld extra hulp kunnen inhuren. Van beide doelstellingen blijkt weinig terecht gekomen. Volgens de eindinventarisatie van het ministerie van VWS blijken niet 14.700 banen behouden, maar slechts 4.000. De subsidieregeling bleek echter moeilijk ingezet te kunnen worden wegens bureaucratie bij gemeenten en onbekendheid bij veel burgers. Bovendien werd vaak een hoge eigen bijdrage gerekend voor zorguren met HHT-subsidie.
Met de Huishoudelijke Hulp Toelage (HHT) kunnen dienstencheques of vouchers worden afgegeven, waarmee cliënten tegen een lager tarief huishoudelijke hulp kunnen inschakelen. Het systeem blijkt bij gemeenten geen hoge prioriteit te hebben gehad. Ook worden teveel eisen aan de gebruikers gesteld, waardoor even extra uren inhuren niet eenvoudig bleek. Bovendien blijken de eisen die aan het gebruik van de extra uren worden gesteld per gemeente te verschillen.
Vanaf 2016 mogen de gemeenten het budget van de HHT ook anders inzetten dan alleen voor het behoud van werk voor huishoudelijke hulpen. Het budget mag ook ingezet worden op andere projecten, waarmee burgers geholpen worden langer zelfstandig te wonen. Voorlopig bleek deze week dat de gemeenten in Nederland in 2015 gezamenlijk 310 miljoen euro over hebben gehouden van het Wmo-budget. De reden daarvan bleek een te voorzichtige begroting, omdat gemeenten pas laat het voor 2015 beschikbare budget te horen kregen en er ook nog eens flink gekort werd op het bestaande budget.

Nico van Scheijndel

13 mei 2016