Ouderen verwachten, ook als ze al zorg nodig hebben, voor meer dan de helft van hen dat er in hun omgeving niemand is die hen zou kunnen bijstaan.

Uit een enquête onder duizend volwassenen blijkt dat mantelzorg minder vanzelfsprekend is dan de politici in Den Haag denken. Het merendeel van de ouderen zegt weinig tot niets van de mensen uit de directe omgeving te verwachten. Slechts een op de vijf van de Nederlandse ouderen denkt dat er mensen zijn in hun directe omgeving die hen zouden kunnen helpen. Van de ouderen die al gezondheidsbeperkingen hebben, zegt 52 procent dat er niemand is die zou kunnen of willen helpen.

Kinderen die als de meest ideale mantelzorger worden gezien, zeggen voor bijna de helft dat als hun ouders in de toekomst hulp nodig zouden hebben, ze willen bijspringen. Maar 45 procent van deze bereidwilligen zegt ook dat ze er praktisch niet toe in staat zijn. Bijvoorbeeld omdat de reisafstand te groot is, ze een drukke baan hebben  of omdat het niet combineerbaar is met het eigen gezinsleven. Overigens zegt 7 procent van de kinderen dat ze helemaal geen mantelzorg aan hun ouders willen  verlenen.

Het onderzoek is gedaan door USP Marketing Consultancy onder duizend volwassenen.

Nico van Scheijndel

27 augustus 2015