Bij veel ouderen gaat het zicht en het gehoor langzaam maar zeker achteruit. Door slechter kunnen zien of horen brengen ouderen zichzelf in gevaarlijke situaties.

Veel ouderen hebben geen optimaal zicht of gehoor, door de achteruitgang van hun zintuigen brengen ze zichzelf regelmatig in gevaarlijke situaties. Van de 9000 deelnemers aan een onderzoek van de ouderenorganisatie ANBO en Specsavers, blijkt 15 procent van de slechter zienden wel eens in een gevaarlijke situatie te zijn gekomen, van de slechter horenden is dat zelfs 18 procent.

Ruim 33 procent van ondervraagden geeft aan dat hun zicht niet optimaal is. Toch laten ze zich niet elke twee jaar onderzoeken. Redenen daarvoor zijn dat het zichtverlies nog te minimaal is (23 procent) of omdat de opticien pas bezocht wordt als het zicht niet meer optimaal is (25 procent). Door het slechte zicht ontstaan gevaarlijke situaties. Bijvoorbeeld ’s nachts in het verkeer of bij het oversteken wanneer je moet inschatten hoe snel het verkeer nadert. Ook hoogteverschillen niet kunnen zien, leidt tot gevaarlijke situaties.

Van de onderzochte ouderen zegt 36 procent dat het gehoor niet optimaal is. De helft van hen merkt dat in gesprekken, het gesprokene moet herhaald of, ook een signaal, de televisie of radio worden steeds harder gezet. Van de slechthorenden zegt 18 procent dat het slechte gehoor hen wel eens in een gevaarlijke situatie heeft gebracht. Ze horen het verkeer niet tijdig aankomen of er ontstaan misverstanden in de communicatie. Dat laatste is vooral gevaarlijk als de instructies van de arts niet of verkeerd gehoord worden. Toch laten de slechthorende hun gehoor niet regelmatig testen. Vaak omdat men het slechtere gehoor nog niet wil toegeven of het gewoon zelf nog niet beseft.

De ANBO en Specsavers zijn voorstander van het tenminste iedere twee jaar laten testen van het zicht en gehoor om zo gevaarlijke situaties te voorkomen voor zichzelf en de andere om hen heen.

Nico van Scheijndel

21 juli 2015