Huisartsen en wijkverpleegkundigen constateren, dat zelfstandig wonende ouderen met zorgbehoefte vaker vereenzamen en slechter eten en drinken sinds het nieuwe zorgstelsel is ingevoerd.

De NOS deed onder 320 artsen en 30 wijkverpleegkundigen onderzoek naar de uitwerking van het nieuwe zorgstelsel, dat vanaf 1 januari dit jaar van kracht is. Beide beroepsgroepen zien in hun praktijk steeds meer ouderen vereenzamen of slecht eten en drinken. Daarnaast zien de artsen ouderen meer vallen of geestelijk achteruitgaan.

Sinds begin dit jaar bezuinigen gemeenten op de thuishulp en moet familie, vrienden en buren vaker inspringen. Uit de vragenlijsten die de artsen en verpleegkundigen invulden blijkt dat driekwart van de artsen en de helft van de wijkverpleegkundigen de zorg thuis onvoldoende vinden. De problemen die de artsen en verpleegkundigen benoemen hebben vooral te maken met de versobering van de algemene ondersteuning van de thuiswonende ouderen. Ze krijgen minder huishoudelijke hulp en er is minder dagbesteding en begeleiding. Zaken waar de gemeenten sinds dit jaar verantwoordelijk voor zijn.

“Een dagopvang die wordt opgeheven betekent meer vereenzaming, betekent vaak slechter eten en drinken en meer kans op te laat geconstateerde medische problemen”, zegt Herman Suichies van de Vereniging Praktijkhoudende Huisartsen.

Nico van Scheijndel

13 april 2015