Ouderen denken wel over verhuizen na, maar de echte stap zet een minderheid. Hoge huren en beperkte beschikbaarheid houdt de ouderen tegen.

Het is eerder een bevestiging dan echt nieuws dat uit het onderzoek van de ouderenorganisatie ANBO en de woonwebsite Woonz naar voren komt, maar er zijn ook nuances. Beide organisaties deden onderzoek naar hoe ouderen denken over verhuizen. Uit het onderzoek blijkt dat twee op de drie ouderen wel eens nadenkt over verhuizen. Slecht een minderheid, 14 procent, komt echt in beweging. Een derde van de 12.000 deelnemers aan het onderzoek wil pas nadenken over verhuizen als thuis wonen echt niet meer kan, maar dan is het vaak al te laat om nog een geschikte woning te vinden.

Redenen om niet te verhuizen zijn er genoeg. Er zijn financiële redenen (25 procent), zoals de hoge huren of dure (nieuwe) koopwoningen. Of er blijkt geen passend woningaanbod te zijn in de eigen plaats (26 procent). Of men wil de eigen buurt met haar sociale contacten niet uit (19 procent).

De meeste deelnemers aan het onderzoek verhuizen liever naar een al aangepaste woning dan dat ze de eigen woning laten aanpassen. Dat scheelt een hoop rommel, maar ook geld. Gemeente betalen niet altijd alle aanpassingen en niet iedereen kan het zelf betalen.

Omdat langer thuis blijven wonen niet hoeft te betekenen dat dit ook in de huidige woning moet, vinden de ANBO en Woonz dat senioren meer inzicht moeten krijgen in de voordelen van verhuizen. Ook zaken als veiligheid en gezelligheid moeten aandacht krijgen. En aan de andere kant, ouderen houden nu veel eengezinswoningen bezet. Woningen waar veel jonge gezinnen om zitten te springen. Wanneer de ouderen verhuizen naar levensloopbestendige woningen, komen die grote woningen beschikbaar voor de gezinnen.

Nico van Scheijndel

1 april 2015