De combinatie van hoge woningprijzen en goed rendement op de spaarrekening deed rond 2008 veel senioren besluiten de woning te verkopen om vervolgens een woning te gaan huren. De huren in de vrije sector stijgen echter door, maar het rendement op het vrije vermogen is nog maar een fractie van wat het eerder was. Veel senioren komen tot de conclusie dat het vermogen dat na de verkoop vrij viel niet genoeg is om tot op hoge leeftijd de huur te kunnen betalen. Wat rest hen?

Een voorbeeld is een echtpaar dat na de verkoop van hun huis € 250.000 overhield en voor € 1200 per maand ging huren. De huur stijgt lustig door, het rendement op het spaargeld neemt juist af. meneer heeft berekent dat hij geld heeft totdat hij 83 jaar is. Zijn vrouw is echter jonger. Het echtpaar vraagt zich af wat ze moeten doen.

Ik deed hen het volgende voorstel: koop een woning van € 200.000 financier dat met 50 procent aflossingsvrije hypotheek. De vaste lasten van de woning zijn ongeveer € 2000 per jaar de rente € 4000, samen € 6000 per jaar, of wel  € 500 per maand. Bovendien is de lening consumptief door de bijleenregeling en omdat ze niet aflossen. Dit consumptief krediet verlaagt het vermogen in box 3 waar ze al een vrijstelling hebben van € 42.000, zo is slechts € 8.000 belast. Bovendien blijft hun vermogen zo buiten beeld voor de eigen bijdrage WMO of langdurige zorg (voorheen de AWBZ).

Het echtpaar heeft zo ruim voldoende geld om de woonlasten te kunnen betalen en een woning naar hun zin. De prijzen van woningen trekken weer aan, de keuze is groot, dus volop kansen om afscheid te nemen van de dure huurwoning en weer eigenaar te worden.

Nico van Scheijndel

2 maart 2015