Proud to be Senior

Uit een berekening naar de koopkrachtontwikkeling tussen 2010 en 2016 blijkt dat vooral de jongste ouderen het meeste aan koopkracht inleveren. Maar ook de oudsten leveren altijd nog meer in dan het gemiddelde.

 

Uit een eerdere vergelijking van de koopkrachtontwikkeling bleek al dat AOW’ers met € 10.000 pensioen de afgelopen jaren fors aan koopkracht hebben ingeleverd. Probleem van die vergelijking was dat er steeds naar een leeftijdsgroep werd gekeken, de zestigers of zeventigers van nu. Vergelijk je echter de koopkracht ontwikkeling van een 65-jarige in 2010 en zijn koopkracht zes jaar later, dan blijkt een heel ander beeld. Om dat beeld heeft Tweede Kamerlid van 50Plus Henk krol gevraagd aan de minister van Sociale Zaken.

Minister Asscher reageerde vandaag schriftelijk aan de Tweede Kamer. Uit de vergelijking van de koopkracht van dezelfde persoon, maar dan later in de tijd, blijkt dat de koopkracht sterker daalde dan bij de groepenvergelijking. Ook blijkt dat er tussen de verschillende AOW’ers verschillen zijn. De jongste ouderen (65- tot 70-jarigen) leveren tussen 2010 en 2016 de meeste koopkracht in: 7,5 procent. De oudste groep van 85 jaar en ouder levert in die periode 6,1 procent in. Alle huishoudens leveren in de periode 2010 – 2016 slechts 2,1 procent in. Het verschil in koopkrachtverlies bij de ouderen laat zich verklaren doordat de jongste groepen meer pensioen ontvangen dan de ouderen en dus ook meer last hebben van het niet indexeren van de pensioenen.

Henk Krol wilde aantonen dat ouderen de afgelopen jaren meer aan koopkracht hebben ingeleverd dan de jongeren. Met deze cijfers bewijst hij zijn gelijk.

Nico van Scheijndel

31 maart 2015

Comments are closed.

twitter.com/@proudtobesenior

proudtobesenior

Neem contact met ons op

Neem contact op

Copyright © Proud to be Senior. All rights reserved.