Uit de voorlopige resultaten van het Buurtonderzoek van het AD blijkt dat twee derde van de inwoners van de Rotterdamse regio bereid is de buren te hulp te schieten, 15 procent wil dat zelfs dagelijks doen.

Aan het Grote Buurtonderzoek van het AD hebben bijna 100.000 geënquêteerden meegedaan. Zij beantwoorden vragen over de buurt, zorg en voorzieningen. Uit de voorlopige resultaten komt een positief beeld naar voren van buren die elkaar best een handje willen helpen. Zo blijkt twee derde in de steden van de Rotterdamse regio bereid een hulpbehoevende buurman bij te staan, in sommige dorpen gaat dat zelfs voor driekwart van de bewoners op. Iedere dag klaar staan voor de buren wil in Rotterdam 15 procent van de burgers, in Ridderkerk zelfs 20 procent.

Maar alleen aan de bereidheid zegt niets over het ook daadwerkelijk hulp vragen of geven. Er is volgens de landelijke verenging voor mantelzorgers en vrijwilligerszorg Mezzo, ook nog zoiets als vraag- en aanbodverlegenheid die daadwerkelijke hulp in de weg staan. Volgens Mezzo rekenen hulpvragers eerst op de partner, kinderen en naaste familie en pas daarna op de buren.

Toch zijn de resultaten hoopgevend voor de participatiemaatschappij die het kabinet voorstaat. Vandaag bespreekt de Rotterdamse gemeenteraad de plannen voor de zorg die zij volgend jaar haar burgers moeten gaan geven. Mensen die al zorg krijgen zullen het pas in 2016 gaan merken. Nieuwe zorgvragers krijgen volgend jaar al met de nieuwe regels te maken die de groter beroep doen op familie, vrijwilligers en buren.

Nico van Scheijndel

16 oktober 2014