Uit onderzoek van NPCF blijkt dat ouderen die hulp zoeken de sites waar hulp wordt aangeboden niet kennen of niet weten te vinden. Er blijkt meer hulp geboden te worden dan dat er vraag is.

Aan het einde van de week tegen de eenzaamheid presenteerde de Nederlandse Patiënten en Consumenten Federatie (NPCF) een onderzoek naar de vindbaarheid van hulpsites. Uit het onderzoek onder 20.000 Nederlanders blijkt dat het overgrote deel van de ouderen onbekend is met sites als www.wehelpen.nl of www.zorgvoorelkaar.nl. Op die sites wordt hulp aangeboden of kan hulp worden gevraagd. Ondanks de grote behoefte aan hulp blijkt dat er op deze sites meer hulp wordt aangeboden dan dat er hulp gevraagd wordt. De hulp die gevraagd wordt is vaak gezelschap, ook vervoer en boodschappenhulp zijn veel gevraagd.

Het onderzoek wijst ook uit de hulpvragers bereid zijn een kleine vergoeding te betalen, maar de hulpbieders willen geen vergoeding, ze bieden vrijwilligerswerk aan. Directeur Wilna Wind van de NPCF: “Ouderen hoeven niet over een vergoeding te praten, maar als dat hen helpt om toch een hulpvraag te durven stellen, moeten ze het niet laten”.

Wilna Wind vindt ook dat staatssecretaris Van Rijn van Volksgezondheid meer moet doen om mensen die hulp willen ook de hulp kunnen vinden. Hulp vinden wordt steeds belangrijker nu de participatiemaatschappij die het kabinet voorstaat steeds meer vorm krijgt. De verantwoordelijkheid voor hulp wordt steeds meer bij de mensen zelf neergelegd, dan moet hulp wel vindbaar zijn.

Nico van Scheijndel

6 oktober 2014