Het inkopen van ontbrekende opbouwjaren AOW krijgt vanaf heden strengere voorwaarden. De nieuwe regeling moet uitwassen tegen gaan.

Mensen die niet steeds in Nederland hebben gewoond kunnen de ontbrekende opbouwjaren inkopen om zo een volledige AOW te ontvangen wanneer ze daar de leeftijd voor hebben. Deze regeling die nog uit het begin van de AOW stamt en moest repatriërende Nederlanders de gelegenheid geven AOW in te kopen tegen een minimum tarief om zo niet in kommervolle omstandigheden de oude dag in Nederland te slijten. Deze regeling lijkt ten onder te gaan aan mensen die maar kort in Nederland verblijven, zich hier AOW inkopen en teruggaan naar hun land van herkomst. Nu gebeurt dat op beperkte schaal, maar met de groeiende migratie kan dat aantal oplopen. Staatssecretaris Klijnsma van Sociale Zaken heeft daarom een nieuwe regeling gemaakt. De nieuwe regeling is veel strenger dan de oude: de aanvrager moet verplicht verzekerd zijn voor AOW en in Nederland werken. Bovendien moet hij bij de aanvraag al vijf jaar verzekerd zijn geweest voor de AOW en vijf jaar in Nederland hebben gewerkt. Verder gaat het minimumtarief waartegen AOW ingekocht kan worden omhoog.

De nieuwe regeling moet per 1 juli van kracht zijn, maar geldt al voor aanvragen die vanaf gisteren zijn gedaan.

Iedereen die binnen de Europese grenzen van Nederland woont bouwt twee procent AOW per jaar op zodat bij het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd een volledige AOW-opbouw is gerealiseerd. Woon je een tijdje buiten Nederland, dan wordt de AOW met het aantal jaren buiten Nederland maal 2 procent gekort. Vrijwillig inkopen van gemiste jaren voorkomt dit tekort aan AOW.

Nico van Scheijndel

25 maart 2014