Vandaag start een campagne die ouderenmishandeling beter bespreekbaar en herkenbaar moet maken. De slachtoffers kunnen dat vaak niet zelf omdat ze afhankelijk zijn van de dader.

Vandaag start de televisiecampagne tegen ouderenmishandeling. De campagne moet ouderenmishandeling uit de taboesfeer halen. De slachtoffers zelf zullen hun mishandeling zelf niet zo snel melden omdat ze vaak afhankelijk zijn van hun daders. Maar hulpverleners en de anderen die zich bekommeren om de slachtoffers kunnen wel leren de signalen te herkennen.

Het aantal meldingen van ouderenmishandeling  was in 2011 iets hoger dan het jaar daarvoor. In totaal zijn er bij het Landelijk Platform Bestrijding Ouderenmishandeling (LPBO) 1027 meldingen gedaan, 3 procent meer dan in 2010. De daders zijn vrijwel altijd familieleden, 35 procent is kind of kleinkind, 24 procent van de daders is de (ex)partner en een ander familielid voor 24 procent. Slechts in 1 procent van de gevallen gaat het om een beroepskracht,  vrijwilligers zijn vrijwel nooit daders, (0,2 procent).

De ouderenmishandeling kan allerlei vormen aannemen, van psychische mishandeling (35 procent), naar lichamelijke mishandeling (28 procent) tot financiële uitbuiting (20 procent). Maar welke vorm de mishandeling ook heeft, het blijft mishandeling. Gedrag waar het slachtoffer zo snel mogelijk van verlost moet worden. Straffen van de daders alleen is niet dé oplossing, mishandeling bespreekbaar maken wel. De campagne moet daartoe een aanzet geven.

Nico van Scheijndel

13 juni 2013