Staatssecretaris Martin van Rijn van Volksgezondheid heeft gisteren zijn plan gepresenteerd waarmee hij de langdurige zorg in Nederland wil hervormen. Er vinden veel wijzigingen plaats maar langdurige zorg blijft gegarandeerd.

In zijn gisteren gepresteerde plan om de Nederlandse langdurige zorg te hervormen geeft de staatssecretaris van volksgezondheid het startsein van een debat in de Tweede en Eerste Kamer. In zijn plan om de langdurige zorg te hervormen komt de staatssecretaris, Martin van Rijn, met vele wijzigingen en aanzetten daartoe. Zo blijft er zorg gegarandeerd wanneer mensen die nodig hebben, ook als dat een plaatsje in een zorginstelling betreft.

Verder blijft het Persoon Gebonden Budget (PGB) onder strikte voorwaarden bestaan. Wordt de thuiszorg zo aangepast dat dezelfde persoon én medische- én niet-medische zorg mag verlenen. Tenslotte gaan de verschillende regelingen voor het verlenen van inkomenssteun op de schop. Er komt hiervoor 700 miljoen beschikbaar voor een vangnet een maatwerk.

Dat de langdurige zorg en de kosten die daarmee gemoeid zijn eens tegen het licht worden gehouden is niet zo vreemd. In Nederland ontvangen 800.000 mensen langdurige zorg die elke volwassen Nederlander in 2013 € 3000 per jaar kost. Veel geld, geld dat goed besteed moet worden in een systeem dat toename van de zorg aankan, maar toch de kosten van die zorg beperkt kan houden. Een hele uitdaging waarbij gemeenten en zorgverzekeringen verantwoordelijker worden gemaakt voor de hulp die mensen thuis ontvangen.

Ondanks alle mooie verhalen blijft de boodschap echter dat we meer voor elkaar moeten gaan zorgen en dat professionele zorg moeilijker toegankelijk wordt. Echt vreemd is dat niet want de kosten voor de AWBZ stegen van 275 miljoen bij aanvang van de wet tot 25,1 miljard in 2011. Het doel van de staatssecretaris is om in deze regeerperiode 3,5 miljard te bezuinigen op de AWBZ die de langdurige zorg financiert.

Nico van Scheijndel

26 april 2013