Het wonen in een woongroep voor ouderen mag zich in een toenemende belangstelling verheugen. De belangstelling wordt gevoed door de bezuinigingen op de verzorgingshuizen.

Woongroepen van ouderen zijn niet de woongroepen waarbij gezamenlijk gekookt wordt en met ellelange vergaderingen over of de deurmat dagelijks of tweemaal per week geklopt moet worden. In woongroepen voor ouderen hebben de bewoners ieder een eigen appartement, een gemeenschappelijke ruimte en zijn de bewoners betrokken bij elkaar, maar overloopt men elkaar niet. Vergaderen moet om de gemeenschappelijke belangen in goede banen te leiden, maar gezelligheid en veiligheid staan voor. Steeds meer ouderen ontdekken het comfort van een woongroep voor ouderen. Die tendens ziet de Landelijke Vereniging Gemeenschappelijk Wonen van Ouderen. Momenteel zijn er in Nederland 200 woongroepen geregistreerd en de teller loopt. Die belangstelling bespeurt ook bestuurslid Titia van Ginkel van de Nijmeegse Projectgroep Andere Woonvormen voor Ouderen. Volgens Van Ginkel is er een toename van het aantal ouderen dat in een woongroep wil wonen.

De toenemende belangstelling kan het gevolg zijn van de bezuinigingsdrift van het kabinet. Vanaf 2016 zijn verpleeg- en verzorgingshuizen alleen nog maar toegankelijk voor mensen met een indicatie voor het zwaarste zorgpakket. In een woongroep voor ouderen kun je misschien ook niet de zorg krijgen die je nodig hebt, maar door de jarenlange samenwoning en betrokkenheid bij elkaar, is er wel meer kans op mantelzorg en sociale contacten.

Nico van Scheijndel

1 maart 2013