De arme oudere is in de loop van de afgelopen decennia een zeldzaamheid geworden. Was in 1985 nog 6,5 procent van de 65-plussers arm, in 2011 is dit gedaald naar 2,5 procent.

Het gaat de ouderen goed in vergelijking tot andere groepen in Nederland. Steeg de armoede onder bijstandsgerechtigde en werkenden, onder ouderen daalde de armoede juist. In 1985 was nog 6,5 procent van de ouderen arm, 25 jaar later is dit percentage gedaald naar 2 procent ofwel 59.000 ouderen. De armoede is over het algemeen onder tweeverdieners het kleinst en onder bijstandsgerechtigden het grootst. Een en ander blijkt uit de publicatie Een kwarteeuw armoede in Nederland, van het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP_.

Dat de armoede onder ouderen is afgenomen komt doordat de AOW harder steeg dan de bijstand en doordat steeds meer ouderen een pensioen ontvangen. Hoe klein ook, dat pensioen tilt de ouderen vaak net over de armoededrempel van de onderzoekers. Die drempel is voor alleenstaanden € 1022, voor een paar zonder kinderen € 1400 en voor een gezin met twee kinderen € 1920. De onderzoekers hebben voor hun onderzoek gegevens gebruikt tot en met 2011, maar verwachten dat de trend ook voor 2012 en 2013 zal doorzetten.

De conclusies van het SCP komen overeen met die van het Centraal Bureau voor de Statistiek, die haar bevindingen in december vorig jaar publiceerde. Het onderzoek concentreert zich voornamelijk op inkomen, maar in oktober concludeerde De Nederlandse bank al dat de groep 65-plussers de rijkste groep in Nederland is. Dat komt voornamelijk door de overwaarde in de eigen woning en de opgebouwde pensioenen.

Nico van Scheijndel

27 maart 2013