Uit een onderzoek van de Universiteit van Californië blijkt dat ouderen die op jongere leeftijd de ziekte van Alzheimer krijgen sneller achteruit gaan dan wanneer de diagnose op latere leeftijd wordt gesteld.

Mensen bij wie tussen de 60 en 70 jaar de diagnose ziekte van Alzheimer krijgen gaan sneller achteruit dan mensen die de diagnose pas tussen de 80 en 90 jaar krijgen. Die conclusie trekken onderzoekers van de Universiteit van Californië na een onderzoek onder 723 ouderen. Onderzoekster Linda McEvoy denkt dat dat komt omdat ouderen die op latere leeftijd de diagnose krijgen meer cognitieve reserves hebben. Hun hersenen zijn fitter en flexibeler doordat ze meer gebruikt zijn in hun leven. Een andere theorie is dat de groep die op latere leeftijd de diagnose krijgt eigenlijk al dementerende was, maar dat het pas duidelijk wordt wanneer een andere vorm van dementie toeslaat.

De ziekte van Alzheimer is niet te genezen, wel kunnen medicijnen het verloop van de ziekte vertragen. Spelletjes en puzzeltjes doen, blijken als middel om het geheugen te trainen niet erg zinvol. Wel helpt het om je te blijven interesseren voor de wereld om je heen en sociale contacten te onderhouden.

Volgens Alzheimer Nederland krijgt een op de vijf Nederlanders te maken met een vorm van dementie. Symptomen die zij noemen zijn onder meer: moeite met het opnemen en verwerken van nieuwe informatie, wisseling in stemming, onverschilligheid, vermindering van woordenschat, karakterverandering. Opvallend is dat bij dementie het geheugen zelf nog redelijk goed kan zijn.

Nico van Scheijndel

6 augustus 2012