Ouderen zijn vaak het slachtoffer van een babbeltruc aan de deur of via de telefoon. Zo vaak dat de VVD en D66 oproepen om actie te ondernemen.

Jaarlijks zijn zeker 30.000 ouderen het slachtoffer van de babbeltruc. Met een mooi of zielig verhaal worden ouderen aan de praat gehouden, laten ze mensen (ongewild) binnen in hun huis. Het uiteindelijke resultaat is een diefstal en dat de oudere zelf een zeer nare ervaring heeft. De babbeltruc zou de ouderen 25.000 keer per jaar treffen aan de deur, en 7000 keer per jaar via de telefoon. Opvallend is dat de daders over veel informatie van de slachtoffers lijken te beschikken en dat de daders lijsten schijnen bij te houden en die onderling uit te wisselen. Eenmaal slachtoffer van een babbeltruc, dan is de kans op herhaling groot.
Politici van de VVD en D66 maken zich zorgen over deze gegevens en vragen staatssecretaris Ivo Opstelten van veiligheid actie te ondernemen. De politieke partijen willen weten hoe de babbeltruc precies werkt, welke overwegingen bij de dader een rol spelen bij het uitkiezen van hun slachtoffers en hoe de daders aan hun informatie komen.
De babbeltruc is met het onderzoek van Opstelten niet over, maar bewustzijn dat kwetsbare, vaak alleenstaande ouderen, een grotere kans hebben slachtoffer te worden van een babbeltruc moet organisaties stimuleren ouderen weerbaarder te maken. Of volgens Ard van der Steur van de VVD: “De schaal van deze criminaliteit is dusdanig groot dat er wel wat moet gebeuren”.