Dinsdagavond meldde minister Kamp van Sociale zaken dat er bijna een akkoord is over de pensioenen tussen de werkgevers en werknemers. Woensdagochtend ontkende Agnes Jongerius van de FNV alles wat Kamp vertelde. Maar wat als er toch wat van waar is?

De werkgevers en werknemers zouden volgens minister Kamp van Sociale Zaken bijna een definitief pensioenakkoord hebben bereikt. In dit akkoord stijgen het AOW-bedrag en de AOW-leeftijd en worden de pensioenen onzeker. Volgens minister Kamp stijgt het AOW-bedrag tot 2028 steeds met tenminste 0,6 procent. Dit percentage komt bovenop de indexatie voor gestegen prijzen. De gegarandeerde stijging is belangrijk voor de vakbonden omdat die de onzekerheid van de pensioenen moet compenseren. De onzekerheid is er omdat de pensioenen niet langer gegarandeerd zijn, maar afhankelijk worden van de schommelingen op de financiële markten.
Ook volgens Kamp stijgt de AOW-leeftijd in 2020 naar 66 jaar en in 2025 naar 67 jaar. Mensen die voor 1956 geboren zijn hebben dus niets te vrezen. Wil iemand toch met 65 jaar stoppen, dan kan dat, maar het kost hem 6,5 procent van zijn AOW-uitkering.
Of minister Kamp uit de school klapte of met zijn mededelingen het onderhandelingsproces tussen werkgevers en werknemers onder druk wilde zetten is niet bekend. Wel dat Agnes Jongerius van de FNV onaangenaam verrast was en de feiten van Kamp niet zei te kennen. Opvallend is dat zowel de werkgevers als de werknemersorganisatie FNV eerder op de ontboezemingen van Kamp zeiden dat er nog geen akkoord is, maar dat de onderhandelingen wel in de slotfase zijn, dat er licht is aan het einde van de tunnel, maar dat er nog wel hobbels op de weg zijn.
Mocht het deze week toch tot een akkoord komen, dan kunnen we tevens beoordelen wie het beste toneel speelt.