Uit recente cijfers van de Vrije Universiteit te Amsterdam blijkt dat bijna de helft van de ouderen te zwaar is en dat een kwart kampt met ernstig overgewicht. De ouderenbonden gaan er wat aan doen.

Onder de 55-plussers is overgewicht een ernstiger probleem dan bij andere leeftijdscategorieën. Uit recente gegevens van de Vrije Universiteit te Amsterdam blijkt dat 25,2 procent last heeft van ernstig overgewicht en bijna de helft van alle ouderen is te zwaar. De gegevens zijn afkomstig van een langdurige studie naar het ouder worden die de universiteit uitvoert. Overgewicht wordt gedefinieerd door gebruik te maken van de zogenaamde BMI, Body Mass Index. Bij een BMI van meer dan 25 is er sprake van overgewicht, bij 30 of meer van zwaarlijvigheid en bij 35 of meer van morbide obesitas. Een BMI bereken je door het lichaamsgewicht in kilogram te delen door de lichaamslengte in meters in het kwadraat. Een ideaal gewicht heb je wanneer je BMI tussen de 18 en 25 ligt. Bij het berekenen van de BMI wordt geen onderscheid gemaakt tussen vet- en spierweefsel.
De ouderenbonden en het Nationaal Ouderenfonds nemen het overgewicht serieus, overgewicht heeft gevolgen voor de gezondheid zoals een grotere kans op diabetes, hartfalen en slijtage aan gewrichten. Beide organisaties gaan volgende maand voor ouderen fiets- en wandeltochten organiseren. Volgens beide organisaties bewegen ouderen te weinig. Ouderen maken teveel gebruik van de scootmobiel of taxi’s, of ze zitten te lang achter de computer