Uit promotieonderzoek blijkt dat de kwaliteit van leven voor dementerenden niet beter is in kleinschalige woonvormen dan op de gewone zorgafdelingen. Voor de familie is het wel prettig.

Sinds een jaar of vijf worden kleinschalige woonvormen voor dementerenden uit de grond gestampt. Het idee is dat kleinschalig wonen prettiger is dan op een grote zorgafdeling en dat dementerenden langer zelfstandig blijven. Een kleinschalige woonvorm kan een apart huis zijn of direct verbonden aan een verpleeghuis. Gemiddeld wonen er acht dementerenden in een kleinschalige woonvorm. De bewoners proberen een zo normaal mogelijk leven te leiden. Het idee is dat dementerenden daar prettiger en langer een zelfstandig leven kunnen leiden. Of dat werkelijk zo is werd nog niet eerder onderzocht. Promovenda, psychologe Hilde Verbeek onderzocht of er werkelijk verschil is. Dat blijkt in de praktijk erg mee te vallen. Dementerenden blijven in kleinschalige woonvormen wat langer actief, maar gaan net zo snel achteruit dan de dementerenden die op een gewone zorgafdeling verblijven. De kwaliteit van leven is volgens de promovenda vergelijkbaar. Voor de familie en andere naasten is een kleine woonvorm wel aantrekkelijk, vooral wanneer ze voor opname al een voorkeur hadden.
In Nederland zijn momenteel 235.000 mensen van 65 jaar of ouder die aan dementie lijden. Ongeveer 2,5  procent van hen wonen in een van de 480 verpleeghuizen in Nederland of in een van de vele kleinschalige woonvormen.