Volgens minister Kamp van Sociale Zaken kun je wanneer je na 2020 toch met 65 jaar wilt stoppen het gat van 6 procent dat ontstaat door de lagere AOW beperken tot 1,5 procent wanneer je nu al zelf spaart.
Het is een optelsom van regeling en sparen, maar dan kun je wel zonder al te veel financiële pijn stoppen met werken wanneer je 65 jaar bent. De eerste maatregel die minister Kamp gebruikt is de doorwerkbonus die werknemers vanaf 61 jaar ontvangen. Die bonus van 2350 euro per jaar kan worden gespaard en tot uitkering komen wanneer je 65 jaar bent en stopt met werken.
De tweede maatregel is dat werknemers die eind 2011 al tenminste 3000 euro met hun levensloopregeling hebben gespaard door mogen gaan met sparen en het gespaarde geld in mogen zetten wanneer ze eerder met pensioen willen. De Levensloopregeling gaat in het nieuwe jaar over in de Vitaliteitsregeling. Volgens de minister mag er tot maximaal 20.000 euro gewoon gespaard worden. Het gespaarde bedrag mag zelfs eerder dan 65 jaar ingezet worden voor een deeltijdpensioen. Vanaf het 62ste jaar mag het gespaarde opgenomen worden om eerder (gedeeltelijk) te stoppen met werken of om het inkomen met 65 jaar aan te zuiveren.
De kritiek van de bonden die tegen het pensioenakkoord zijn en de oppositiepartijen in de Tweede Kamer is dat sparen voor vele met een laag inkomen helemaal niet mogelijk is. Daarnaast is voor arbeidsongeschikten of werklozen op leeftijd een doorwerkbonus niet haalbaar of mogelijk en zullen zij een lagere AOW niet kunnen compenseren.