De gemeenten in Nederland laten de Onroerend Zaak Belasting volgend jaar weer stijgen, gemiddeld met 1,7 procent, maar er zijn uitschieters naar boven én beneden.
Vereniging Eigen Huis heeft in een steekproef onder 104 van de 388 gemeenten onderzocht of de Onroerend Zaak Belasting (ozb) volgend jaar meer of minder stijgt dan het toegestane maximum van 3 procent. Dat lijkt over het algemeen goed te gaan, maar bij een kwart van de onderzochte gemeenten stijgt de ozb meer dan 3 procent en bij drie gemeenten zelfs meer dan 10 procent. De grootste stijging van de ozb is in de Groningse gemeente Haren, waar de ozb met 13 procent stijgt. Inwoners betalen daar in 2018 gemiddeld € 55 meer dan dit jaar. De uitschieter naar beneden vinden we in de gemeente Boekel in Noord-Brabant waar bewoners aan de ozb volgend jaar 9,1 procent minder kwijt zijn aan deze gemeentelijke belasting.
De verschillen in gemeentelijke ozb-belastingtarieven zijn groot en dat levert sterk uiteenlopende belastingaanslagen op. Bij een WOZ-waarde van € 250.000 betaalt een huiseigenaar in Den Bosch volgend jaar € 225 aan ozb. Bij dezelfde woningwaarde ontvangt een huiseigenaar in Venlo daarvoor een aanslag van maar liefst € 491, bijna twee keer zoveel.
Gemiddeld gaan we in 2018 volgens VEH € 285 betalen aan de ozb, nu is dat nog € 280.
De VEH onderzocht ook wat we volgend jaar aan riool- en afvalstoffenheffing gaan betalen. Deze blijken met gemiddeld respectievelijk € 213 en € 241 vrijwel gelijk aan wat we dit jaar betalen.
Nico van Scheijndel
4 december 2017
